Wilt u weten hoeveel personen er veilig aanwezig kunnen zijn in een kantoorpand, restaurant, café of groot theater? Met behulp van een doorstroomcapaciteitsberekening brengen wij in kaart hoeveel personen er brandveilig gebruik kunnen maken van uw gebouw/ruimte. In deze analyse worden diverse aspecten meegenomen, zoals de aanwezigheid van brandscheidingen, het aantal vluchtroutes, de doorgangsbreedtes, de draairichting van deuren en het type hang- en sluitwerk. In dit artikel vertellen we meer over hoe we de maximale bezettingsgraad van ruimtes bepalen en welke aspecten van belang zijn.
Het bepalen van het maximale aantal personen in een ruimte is een complex proces waarbij verschillende factoren een rol spelen. Allereerst wordt gekeken naar de vluchtroutes die beschikbaar zijn in het gebouw. Het aantal en de breedte van deze vluchtroutes hebben een directe invloed op het aantal personen dat veilig kan vluchten in geval van nood. Bij gebouwen met trappen moet ook hier specifiek rekening mee gehouden worden. De breedte en de hoogte worden geanalyseerd om te bepalen hoeveel personen veilig kunnen evacueren via deze trappen.
Daarnaast wordt ook gekeken naar de draairichting van deuren die deel uitmaken van de vluchtroutes. Deze deuren moeten zonder sleutel geopend kunnen worden om een vlotte evacuatie mogelijk te maken.
Naast de vluchtroutes is ook het type hang- en sluitwerk van deuren van belang. Voor deuren waar meer dan 100 personen door moeten kunnen vluchten, is bijvoorbeeld het gebruik van paniekbalken vereist.
Het is belangrijk om te weten dat de veiligheid van de aanwezigen in geval van nood voorop staat. Vooral tijdens piekmomenten, zoals concerten, presentaties en voorstellingen, is het hanteren van een maximaal aantal personen van groot belang. Naast de rekenregels vanuit het Bouwbesluit 2012 is de meest gebruikte norm voor het berekenen van de maximale bezettingsgraad de NEN 6089. Deze norm onderscheidt twee verschillende wijzen van ontruiming: scenario-onafhankelijke ontruiming en scenario-afhankelijke ontruiming.
Bij scenario-onafhankelijke ontruiming wordt ervan uitgegaan dat er nergens in het gebouw brand heerst, waardoor alle aanwezigen het gebouw via een vooraf aangewezen vluchtroute kunnen verlaten. Hierbij wordt de ontruimingstijd van het gebouw bepaald, waarbij de vluchtroutes niet worden beïnvloed door de locatie van de brand.
Bij scenario-afhankelijke ontruiming wordt ervan uitgegaan dat er brand is ontstaan in één specifiek (sub)brandcompartiment. De vluchtroutes vanuit alle delen van het gebouw worden apart bepaald, afhankelijk van waar de brand is ontstaan. In dit geval wordt alleen onderzocht binnen welke tijd de individuele (sub)brandcompartimenten kunnen worden verlaten. Door deze scenario’s in kaart te brengen, kan de maximale bezettingsgraad worden aangepast op basis van realistische omstandigheden.
Bij beide eerdergenoemde ontruimingsmethoden wordt de ontruimingstijd van een vluchtroute bepaald. Indien deze tijd niet voldoende is om alle gebruikers tijdig het gebouw te laten verlaten, worden zij tijdelijk opgevangen in een veilige zone. Op basis van het totale aantal personen dat moet worden opgevangen, kunnen de volgende rekenregels worden gebruikt:
Het streven is natuurlijk om de tijd die mensen bij brand in het gebouw aanwezig zijn zo kort mogelijk te houden. Vluchtroutes zijn dan ook ontworpen om mensen zo snel mogelijk tegelijkertijd het gebouw te laten verlaten. Naast de rekenwaarden voor het berekenen van de veilige zone delen we ook de rekenwaarden voor het berekenen van de doorstroomcapaciteit.
Wilt u meer weten over de maximale bezettingsgraad van uw gebouw of ruimte of heeft u een andere vraag? Neem gerust contact met ons op en brand los. Ons team van specialisten denkt graag met u mee en komt met eventuele oplossingen.
Wil jij de brandveiligheid van jouw gebouw naar een hoger niveau tillen?
Neem dan contact met ons op.